We zijn in Zuid-Frankrijk, weet je nog? In dat waanzinnige hotel dat vol hangt met kunst van de grote meesters. Een Picasso boven ons bed en een Renoir aan de wand er tegenover, just like that. Als we aankomen en onze koffers hebben uitgepakt, installeren we ons eerst even uitgebreid bij het zwembad. Ik kan dat erg goed. Hangen bij een zwembad. Het is een van mijn specialiteiten, ik heb er van kleins af aan een bijzonder talent voor. Ik sla een stapel tijdschriften in en je hoort me dagen niet meer. Mr. Wrong zit naast me druk te werken op zijn laptop, ik leef het leven zoals het hoort. Niets doen en aan het spit braden in de zon met een voet half hangend in het zwembad. Aan het eind van de dag ben ik nog kapot ook en ga ik van pure uitputting een uur in bad liggen. Maar we hebben het oud-Hollands gezellig met elkaar, die Mr. Wrong en ik. Vooralsnog geen slaande ruzie, geen kleine irritaties, geen onhebbelijkheden, we glijden moeiteloos van een leien dakje. De eerste dag komen we goed door, vanaf hier is het wachten op de sleur.
De tweede dag verloopt iets anders. ’s Ochtends vroeg in de hotelkamer sta ik eindeloos te twijfelen over welke bikini ik vandaag aan zal trekken. Ik heb er inmiddels zoveel van hem gekregen dat ik er elke dag drie aan moet om ze allemaal een keer te hebben gedragen.
“Which one shall I wear today?”
Hij kijkt even vlug naar mijn collectie die op bed heb tentoongesteld.
“Whatever. They all look fine.”
Bij elke andere doorsnee man zou dit een doodgewone opmerking zijn. Je moet een kerel niet vragen of hij de babyblauwe, de lichtblauwe, de midnight blue of de navy blue het mooist vindt. Hij ziet alleen maar blauw. Mr. Wrong gaat er normaal gesproken uitgebreid voor zitten. Vraagt of ik ze allemaal aantrekt en geeft bij elke bikini opnieuw een uitgebreide analyse van wat de kleur met mij doet. Nee, hij is niet gay, het is zijn vak. Vandaag niet. Vandaag kijkt hij amper. Ik vind het raar maar ik besteed er verder weinig aandacht aan. Iedereen heeft wel eens een mindere dag. Dan gaat zijn telefoon. Hij loopt naar het terras van onze kamer en staat daar een minuut of vijf in het Deens te praten. Ik versta er werkelijk geen woord van. Dat Deens is zo’n rare taal. Het klinkt alsof iemand gewoon in het wilde weg staat te improviseren. Ik heb hem eens terwijl hij met een vriend aan het praten was, opgenomen en dat doorgestuurd naar Dewi.
“Hahaha! Het lijkt wel of hij Nederlands probeert te praten maar dan achterstevoren!”, was haar reactie.
Zoals ik zei, geen touw aan vast te knopen. Wat ik wel hoor is dat hij gestresst klinkt. Gespannen en hier en daar een beetje boos. Ook hoor ik mijn naam een aantal keer vallen. Als hij ophangt, vraag ik niet waar het over ging. Dat vind ik onbeschoft dus ik laat het zo.
Ook vandaag zitten we weer aan het zwembad en hij blijft verdacht stil. Dat vind ik normaal gesproken heerlijk omdat hij achter elkaar door mijn oren vol tettert terwijl ik in opperste concentratie een artikel probeer te lezen over de scheve rug van Tutanchamon en dat zijn lijf aan alle kanten zo fucked up was omdat zowel zijn ouders als zijn opa’s en oma’s broer en zus van elkaar waren en daar krijg je nou eenmaal doorgefokte, rare kindjes van. Interessante materie die ik goed wil begrijpen en daarom de hele Egyptische stamboon met een diepe denkrimpel tussen mijn wenkbrauwen door moet spitten. Mr. Wrong trekt zich er doorgaans niets van aan dat ik goed en duidelijk hoorbaar zuchtend mijn tijdschrift voor de honderdste keer demonstratief neerklap, die lult gewoon stug door. Vandaag krijgen mijn oren een dag rust. De hele dag is hij stil. Het is stil aan het ontbijt. Het is stil aan het zwembad. Als we ’s middags gaan lunchen, nog steeds stil. Terug naar het zwembad, weer stil. Ik probeer af en toe eens een babbeltje in te leiden maar meer dan een korte ja, nee of hm krijg ik er niet uit. Hij is afwezig. Er niet bij met zijn hoofd. Waar ging nou dat telefoongesprek toch over? Heeft iemand mij soms in het prille begin van onze verkering met een andere man gezien en hem dat nu verteld? Ik kan me niet eens herinneren of dat waar is maar omdat ik geen idee heb wat er aan de hand is, voel ik me betrapt. Zoals het een echte vrouw betaamt, denk ik gelijk dat het aan mij ligt.
Na een lange dag van stilzwijgen en iets wat lijkt op negeren, zitten we ’s avonds in het hotel-restaurant aan het diner. Toch gek, volgens mij is hij ergens boos om en toch regelt hij weer het beste van het beste voor me. Hij heeft bijvoorbeeld de allerbeste tafel geregeld, die aan de wand waar vroeger de sterren zaten, met het uitzicht op de rest van de tafels en daarachter de vallei. De tafel die eigenlijk altijd bezet is. Hij regelt hem toch weer. Ook wordt er weer een fles champagne besteld maar ik ben er inmiddels aan gewend dat die in zijn leven aan de lopende band worden aangevlogen, zonder duidelijke reden of om iets te vieren. Plotseling staat hij op. Zonder iets te zeggen, staat hij op en vertrekt. Hij zal wel naar het toilet gaan, denk ik.
“Fuck this.”
“Hm? What did you say?”
En hij is al weg. Vanuit een ooghoek zie ik hem nog met grote, boze stappen het hotel in benen. Ja, die zal wel weer ergens boos om zijn. Heeft ‘ie vaker gedaan, ineens boos zijn. Of misschien is het de drank, heeft ‘ie toch weer teveel gezopen. Het interesseert me ook eigenlijk niet. Die komt wel weer terug of blijft maar lekker weg, ook goed. Ik vermaak me hier meer dan prima. Ik zit zo gelukzalig om me heen te staren en te genieten van het sprookjesachtige decor waarin in me bevind, dat ik het allemaal wel prima vind. Ik laat mijn ogen langs de tafels glijden en zie een gemêleerd gezelschap van opgedirkte mensen. Mensen van mijn eigen leeftijd maar de oudere koppels hebben toch wel de overhand. Ik kan eindeloos gefascineerd raken van oudere mensen en zou het liefst bij de aanschuiven om te vragen naar hun persoonlijke verhalen, naar hun geschiedenis. De vrouwen hebben perfect gekapt haar en dragen tijdloze, klassieke pakjes. Stuk voor stuk stijliconen die in hun jonge jaren de ene na de andere glamour party afstruinden en hun champagneglazen klinkten tegen die van Brigitte Bardot en Sophia Loren, stel ik me zo voor. De meeste stellen zijn van dezelfde leeftijd dus ik vermoed dat ze al jaren bij elkaar zijn. Sommigen wel 50 jaar. Hun kinderen zijn nu het nest uitgevlogen en hebben succesvolle carrières in New York en in London. Samen genieten ze nu van hun pasgeboren kleinkinderen en jagen ze er in dit hotel hun riante pensioen doorheen. Mooi vind ik dat. Mijn opa en oma waren 72 jaar bij elkaar. Ik ben zelf geen ster in het onderhouden van lange termijn relaties maar zij zijn mijn grote voorbeelden op het gebied van hoe het zou moeten in de liefde. Toen mijn oma vier jaar geleden overleed, heb ik een stuk geschreven en voorgedragen aan een ramvolle zaal op haar uitvaart. Opa zat met zijn 92 jaar op de voorste rij in het midden naar me te luisteren. Door al die oude mensen die ik om me heen zie, moet er daar nu aan terug denken. Dat heb ik altijd als ik op een mooie plek ben. Ik mis haar ineens heel erg.
Lieve oma,
Wat ik het meest aan je zal missen is je tevreden geneurie en je prachtige handen die ik zo vaak in de mijne heb gehad. En je ogen. Je kan keihard lachen met alleen je lieve, helderblauwe ogen waar ik bijna jaloers op was. Ik zou willen dat ik meer van je had behalve mijn voeten, waar ik we beide alleen maar last van hebben. Ik zou willen dat ik meer van je gezicht had. Zodat ik je zou zien als ik in de spiegel kijk. En zoals je weet, doe ik dat de hele dag door.
Toeval bestaat niet, zeggen ze wel eens. Ik geloof daar niet in. Toeval bestaat wel. Het hele leven hangt van toevalligheden en natuurkundige reacties aan elkaar. Maar als ik naar jou en opa kijk, moet ik daar toch ernstig aan twijfelen. Op je sterfdag vond ik je trouwboekje waar ook de geboorte van jullie vier kinderen in staan. Na een kleine rekensom ontdekte ik dat je op je 21e midden in de Tweede Wereldoorlog met een toeter van 8 maanden getrouwd bent. Een ‘moetje’, zo heette dat toen. Datzelfde ‘moetje’ hield jou 71 jaar later eindeloos in zijn armen toen het leven uit je lichaam werd getrokken. Hij voerde je met de hand toen je dat zelf niet meer kon. Hij zat uren aan je bed en hield je hand vast. Ik raak ontroerd van plaatjes van oude mensen die hand in hand op een bankje zitten. Die elkaar een kus geven. Of die elkaar ondersteunen om niet om te vallen. Mijn hele leven heb ik dat van dichtbij mogen zien en zal altijd met grote bewondering aan jullie leven samen terugdenken.
Je hebt me veel geleerd. Maar niet hoe ik je moet missen. Je hebt je leven achter de rug en ik mijn leven met jou samen. En nee… niet alles is gezegd. Maar dat is niet erg, want we hebben elkaar op handen gedragen en behandeld als goden. Je laatste woorden tegen mij waren ‘Dag liefie…’ Jij bent de enige die deze woorden met zoveel waarde en betekenis naar mij kan uitspreken. Want zo’n liefie ben ik helemaal niet. Behalve als ik bij jou was.
Kijk, zo hoort het wat mij betreft. Je moet elkaar behandelen als goden en dragen op handen. Want op een dag is het voorbij, valt er niets meer te dragen en sta je daar met lege handen. Ondanks het goede voorbeeld van opa en oma ben ik door de jaren heen toch een beetje sceptisch geworden ten aanzien van eeuwige liefde. Niet zuur en verbitterd, maar sceptisch. Wantrouwend misschien ook wel. Niet perse naar mannen, dat is gewoon een natuurwet. Die zijn niet te vertrouwen, punt. Maar sceptisch naar de liefde. Mijn eigen ouders zijn gescheiden. Altijd lief voor elkaar gebleven en zelfs toen papa ziek werd en ze al ruim dertig jaar gescheiden waren, zat mama bij hem zijn laatste dagen. Maar toch, gescheiden. Je trouwt met elkaar en als je het zat bent, ga je scheiden. Vind je elkaar toch wel weer leuk, ga je weer trouwen. Toch maar niet? Hup, weer scheiden. Of kom je tijdens je huwelijk iemand anders tegen? Trouw je daarmee. En daar kun je ook weer van scheiden. Zo gaat dat tegenwoordig. Dus wat stelt dat hele trouwen nou eigenlijk nog voor. Precies, geen ene rukreet en daarom hoeft het voor mij niet. Toch is er echter één liefde waar ik vol overtuiging wel in geloof en dat is de liefde van opa en oma. En van die ouwe joekels die hier om me heen zitten. Een stel houdt elkaars hand vast. Een ander stel knijpt soms hun ogen even dicht naar elkaar en eet tevreden verder. Weer een ander stel brengt om elke scheet een toost uit. Het is me een raadsel wat er elke vijf minuten te proosten valt, maar ze hebben er plezier in en raken niet uitgeproost. Ik vind het lief en word overmand door het gemis van mijn eigen opa en oma maar desondanks is dit uitzicht is voor mij intens genieten.
Ik schrik op van zijn enorme gestalte dat plotseling weer aan de tafel staat. Ik heb geen idee hoeveel tijd er is verstreken in de tijd dat hij weg was. Hij gaat weer zitten en doet niets. Hij zit alleen maar en kijkt met een starre blik recht voor zich uit. Kijk kijkt kwaad en hij zucht. Alsof hij doodmoe is. Alsof hij me, God mag weten waarom, spuug- en spuugzat is. Wat zit die gast nou raar te doen? Ik voel een zware onweerswolk aankomen. Ergens gaat er iets niet goed. Razendsnel ga ik alle gebeurtenissen, gesprekken en uitspraken af van vandaag. Ik heb toch niets stoms gezegd? Of hem beledigd? Heb ik soms een week geleden iets gezegd wat hij niet leuk vond maar daar zei hij op dat moment niets van en toen is het toch in zijn hoofd blijven zeuren en komt het er nu ineens uit net zoals wijven dat zo goed kunnen doen. Die kroppen hun ongenoegen lekker op tot het een etterende frustratie is geworden en dan ineens, als hij op de rand van het bed nietsvermoedend, fluitend zijn sokken zit aan te trekken, trekt ze een bak verbale diarree open en brult ze hem rechtstreeks de brandende hel in. Hoe hij het is zijn gore kop haalde om die dinsdagavond zeven weken geleden te zeggen dat haar reet trilt als ze loopt.
“DUS JE ZEGT EIGENLIJK DAT MIJN KONT EEN FAKKING PUDDING IS?!!”
Heeft Mr. Wrong wel eens tegen me gezegd. Tot op het bot was ik beledigd. Ik zei er natuurlijk niets van maar zat wel drie dagen lang mokkend met mijn armen over elkaar. Hij begreep er niets van. Tot hij het, terwijl ik nog niet eens fatsoenlijk uitgemokt was, gewoon weer zei. Maar dan zo, terwijl hij zijn handen op mijn billen houdt en ze hard heen en weer schudt:
“Wow, I love the way your ass wobbles when you walk. Gives me an instant hard on. Kimmy K. got nothing on you.”
En toen begreep ik dat het in zijn ogen een compliment was. Een oprecht compliment. En ik hoor alleen maar ‘Het vet op je reet trilt als een jelly pudding, vet varken dat je bent.’
Maar goed. Dat zijn wijven. Toch verbaast me niets als het zoiets is. Dat hij nu boos is om iets wat ik al lang en breed weer vergeten ben. Hij is er emotioneel genoeg voor. Soms is het echt net een ongesteld wijf. Hij doet ook maar. Ik heb geen zin in ruzie. Ga jij maar lekker zitten mokken. Liefst in je eentje aan een ander tafeltje uit mijn zicht. Ik heb genoeg mokkende mannen in mijn leven gehad. Mijn ex bijvoorbeeld, die kon er ook wat van. Hele avonden zat hij in een restaurant tegenover me kwaad naar me te kijken en maar volhouden dat er niets was. En aan het eind van de avond kwam er dan toch uit dat ik maar eens even goed moest gaan nadenken over wat ik fout had gedaan. Wist ik het nog steeds niet. En maar malen en piekeren de hele nacht over wat ik dan verkeerd had gedaan. Ik kwam er nooit achter, ik deed namelijk niets verkeerd. Mijn enige echte fout was dat ik die stront jarenlang heb geaccepteerd. Dus die fout maken we niet nog een keer. Maar als Mr. Wrong na twee volle minuten nog steeds niets heeft gezegd, is mijn geduld alweer op. Ik slaak een diepe zucht.
“WHAT?” Het komt er harder uit dan ik bedoelde.
“What the hell is it Hef? Did you get your period? What?”
Nog steeds staart hij, zonder een spier te vertrekken, voor zich uit. Ik probeer zijn blik te volgen om erachter te komen waar hij naar kijkt. Zijn focuspunt ligt niet op een bloedlekker blond wijf maar op de met vocht volgelopen enkels van een oude vrouw,die een eindje verderop zit te eten. Ze hangt vol met diamanten zo groot dat je er iemand een gat mee in zijn kop kan gooien.
“What are you staring at her for? Are we going to rob her?”
Dan doorbreekt hij eindelijk de verlamming.
“Ok.”, zegt hij en hij komt in beweging.
“Ok what?”
Hij strekt zijn benen en zijn rug en leunt naar achteren. Zijn hand beweegt zich naar zijn rechterbroekzak en hij probeert er iets uit te pieren.
“I have something for you.”
Mijn hart roffelt een razende mars onder mijn borstbeen. Nee. Nee hè. Nee, nee, nee, ik wil dit niet.
Als hij heeft wat hij zoekt, begint de tijd langzamer te lopen. Alles speelt zich in een vertraagd tempo af nu. Centimeter voor centimeter zie ik in slow motion zijn vingers verder uit zijn broekzak komen. Ik durf niet te kijken maar ik ben zo verlamd dat mijn ogen zich niet los kunnen maken van wat er zich daar op kruishoogte afspeelt. Dan komt zijn hand uit zijn zak en hij legt hem op tafel. In zijn handpalm ligt een stukkie touw.
“A piece of rope?”
“No, this is not an ordinairy piece of rope.”
“Yes it is. Dat is gewoon een stukkie touw waarmee je een rollade vastbindt.”
Hij legt uit dat deze armbandjes, deze stukkies klotetouw, uit een of andere Thaise tempel komen en dat je ze er niet af mag knippen, ze moeten er vanzelf afvallen. Lazer op. Dit is gewoon toeristentroep waarmee je je hebt laten oplichten. Op Ibiza word je ermee dood gegooid.
“I have never done this before”, gaat hij plechtig verder. “I never gave this to someone in my life before so this is very special to me. I want you to wear them.”
Hij draagt ze zelf ook. Naast zijn Rolex in verschillende kleurtjes. Bij hem staan ze wel tof moet ik eerlijk zeggen. En ik vind het ook schattig dat hij er een paar aan mij geeft. Maar please, een stuk fokking touw? Nou ja, prima. Bind maar vast ook dan. Met veel geduld knoopt hij ze om mijn pols en ach… wat zeuren we nou. Het staat best gezellig. Maar eerlijk, wat een teringstreek om mij zo te laten schrikken. Zou hij nou expres gedaan hebben alsof hij me ging vragen? Anyway, het is helemaal niet im frage. Het is veel te vroeg voor dit soort toestanden. We zijn pas een half jaar samen. Bovendien is hij al getrouwd geweest en heeft hij gezegd dat hij niet nog een keer gaat trouwen. Mooi. Opgelost, case closed, van die schrik zijn we bekomen, kunnen we dan nu weer normaal gaan doen en de silence treatment staken?
Ik kijk naar mijn armbandjes. Hij heeft ze te strak om mijn pols geknoopt. En morgen als ik ga zwemmen, krimpen ze en dan blijven ze daarna zo lang nat en dat vind ik vervelend. Morgenochtend gelijk maar even afknippen en doen alsof ik ze verloren ben.
Als ik op kijk, zie ik dat er nog iets op tafel staat. Het is een klein, roodkleurig doosje met een gouden sluiting en staat recht voor me, net naast mijn champagne. Ik wil iets zeggen maar het lukt me niet want een onzichtbare hand stompt me recht in mijn strot. Ik heb een gekke smaak in mijn mond. Zuur. Chemisch. Ik haal diep adem en slik. Ik moet overgeven. Nu is het mijn beurt om hem verlamd, als een hert dat op het punt staat dood gereden te worden door een vrachtwagen, aan te staren.
“What is this?”
Mijn benen voelen als pap en mijn wangen als vuur. Doodstil kijk ik er heel even naar met die typische gefixeerdheid van iemand die te veel drugs heeft gebruikt en dan, zonder nog meer tijd te verliezen, gris ik het doosje van tafel, peuter het minuscule slotje los en klap de bovenkant omhoog.
Instinctief wil ik opstaan en schreeuwen ‘what the fuck are you doing, you moron?’
Ik sper mijn mond open maar ik krijg het er niets uit. Ik probeer te zoeken naar mijn emotie, naar wat ik voel maar er is niets. Ik weet niet of ik boos, verdrietig of blij ben. Ik weet niet of ik in tranen of in lachen uit moet barsten. Waarschijnlijk zit ik hem als een zwakbegaafd vogeltje aan te staren en zit ik zonder dat ik het door heb te kwijlen als een rottweiler.
Snel kijk ik weg voordat ik begin te janken als een klein kind. Sommige mensen krijgen in de gaten wat er aan onze tafel aan de hand is. Ze stoten elkaar aan en gebaren mijn kan op. Mijn blik kruist die van een oude dame. Ze is nog lang niet zo oud als mijn oma is geworden maar haar witte haar, haar blauwe ogen, haar lange, slanke vingers, even denk ik dat ik naar oma zit te kijken. Ze moet de paniek in mijn ogen zien want wat ze dan doet maakt me bijna aan het huilen. Ze knijpt haar ogen even naar me dicht. Precies zoals oma dat altijd deed. Niet bang zijn, nergens voor nodig. Gewoon springen. Dat is wat ze zegt zonder mijn taal te spreken. Zonder woorden te gebruiken.
Ik herpak mezelf en kijk en hem aan. Nu helder en bewust. Als ik zijn ogen vind, is het te laat om me te verzetten. Er vlamt een schittering van verstandhouding op in onze blikken. Omdat zijn huid zo gebruind is door de zon lijken zijn heldergroene ogen nog lichter. Ik kan er bijna dwars doorheen kijken en daar, ergens helemaal achterin die groene oceanen zie ik het. Flitsen en flarden van de enige echte liefde waar ik ooit in heb geloofd. Ik zie mijn opa en oma. De enige mensen ter wereld die mij ondanks mijn cynisme en sarcasme, ondanks al mijn valpartijen en moeizaam opstaan, ondanks mijn grote bek en de eeltlaag om mijn hart, hebben laten zien dat het wel kan. Natuurlijk zie ik ook opa die op oma staat te mopperen omdat ze in dat smalle vooroorlogse keukentje van ze in zijn weg staat met een pan aardappelen.
“Marie, ga nou toch eens AAN DE KANT VERDOMME!”, schreeuwt hij in haar gehoorapparaat dat onophoudelijk begint te piepen. Maar ik zie ook oma, die mij glimlachend aankijkt met haar lieve blauwe ogen, haar schouders ophaalt en haar ouwe versleten lijf over het aanrecht probeert te buigen zodat hij er langs kan. Ik zie geven en nemen. Ik zie soms gewoon je schouders ophalen en niet overal bij elke scheet je bijl tevoorschijn halen en op iemand inhakken zoals ik altijd doe. Ik zie opa die even later uit schuldgevoel vraagt of ze ook een zelfgemaakt bitterkoekjespapje wil. Ik zie de wortels van mijn leven in zijn ogen.
“It’s vintage. From 1950. Do you like it?”
Voor het eerst in mijn leven voel ik rasechte, walgelijke Bouquetreeks romantiek om van te kotsen. Brokken bloed en groengeel gal. Die vanuit je tenen komt met veel kokhalzen, gerochel en ademnood. Datgene waar ik me altijd vurig, met alles wat ik in me heb, tegen verzet; de samensmelting van twee mensen. Het gebeurt nu. Hij heeft me tot op het bot ontwapend en ik sta compleet machteloos tegenover deze verkrachting van liefde. De chemische reactie waar de vonken vanaf schieten versmelt onze individualiteit en transformeert ons tot twee onvolmaakte helften van een compleet mens. Bah. Ik doe nog een laatste, kansloze poging mezelf uit de tentakels van Cupido te bevrijden. Niets. Ik word overmand door een grenzeloze, nooit eerder gevoelde liefde, een liefde die geen platvloerse bevlieging is maar een heel zuiver gevoel dat aanzet tot reproductie.
“Angel. Wil you spend the rest of your life with me?”
There you go.
He popped the question.
Al die tijd wist ik dat hij ergens rond liep en nu zit hij naast me.
Hij is het dus toch.
Liefs,
Angel
Wil je af en toe een glimp van Mr. Wrong zien? Op mijn Instagram account post ik heeeel soms een kleine sneak peak. Dus als je wilt gluren… be my guest!
Haal de fanfare maar te voorschijn!! Gefeliciteerd drol!
omg. Yes. Yeeeasss!!!
Deze had ik nog niet gelezen, al had ik het mooie nieuws natuurlijk al wel meegekregen op Instagram. Ik zit te huilen nu, niet alleen omdat ik het zo fijn voor je vind maar ook omdat je zo goed verwoord wat menig vrouw denk ik voelt. Of niet, maar dan voel ik het wel met jou. Ook ik bitch op mannen, ze zijn niet goed genoeg. En mijn grote liefde heb ik dan ook de deur gewezen, twee keer. Zelfbescherming wellicht? Ik wil het perfecte sprookje en dat sprookje bestaat denk ik niet. Ik ben zo blij dat jij de bemoedigende ogen van de oude vrouw op tijd hebt gezien, heel veel geluk!
Holy shit Angel, tranen in mijn ogen van ontroering. Hoe je schrijft…. geen woorden. Kun je alsjeblieft een boek schrijven? Of alle Mr. Wrong verhalen in één boek bundelen? Geweldig dit!
Wow kom ik terug van vakantie en tijd om lekker van je artikel te genieten en dan dit! Wtf Angel leuk!!! Je post zoveel op instagram dat ik waarschijnlijk de ring heb gemist *gaat nu checken natuurlijk *
Pinkt traantje weg en krijgt weer hoop 🙂
Yes!!! Wat heerlijk! Van harte gefeliciteerd and keep the juicy stories coming!
Wauw, gefeliciteerd, lieverd. Je verdient het, die echte zuivere liefde. En hoewel we maar 1 oog kunnen zien, kan ik je vertellen dat die jongen helder uit zijn ogen kijkt. Lijkt me een goed mens (zeker in combinatie met hoe stevig hij er voor je staat en dat jullie samen tegen een stootje kunnen). Genieten, genieten, genieten. En dankjewel voor je mooie schrijfkunsten en het delen. Liefs!
AAAAAHHHHHHH! 😀
Zwaar ontroerd, gefeliciteerd!
Aaaw<3
Gefeliciteerd!! Zeer stijlvolle ring ook! Veel geluk samen!
Tering, hahaha… Ik zit te janken hier!! WoW gefeliciteerd dikke kus
whuuut, im in shock! hahaha
Gefeliciteerd Angel! Dit had ik dus nooit verwacht.
Ohhh wauw! Van harte gefeliciteerd – en wat een mooie ring :-). Mannen zijn rare wezens, maar wat fijn dat hij die stap toch heeft gemaakt ondanks hij eerder getrouwd is geweest. Ik begrijp wel dat hij toch dacht dat het beter is om zo’n mooie vrouw niet te laten lopen. Heel veel geluk!
Hoop dat mijn Mr. Wrong ook een keer leuk gaat doen 😉